Honing, H. (April, 2005) Over vulpennen en balpennen. Babel. Universiteit van Amsterdam. https://babelmagazine.nl/
De faculteit verplicht vanaf heden iedere medewerker alleen nog maar te schrijven met een balpen van het merk Bic. De argumenten zijn: ze schrijven net zo goed als andere pennen, zijn een stuk goedkoper, behoeven zo goed als geen onderhoud, en mocht er dit toch nodig zijn dan heeft de faculteit een geolied team van Bic-experts in dienst. Vulpennen en potloden mogen niet meer gebruikt worden. Alleen na uitzonderlijke toestemming mag een medewerker zijn vulpen gebruiken maar onder de voorwaarde alleen op eigen papier te schrijven (‘inktvlekken zijn voor eigen risico; Bic’s vlekken niet’ zo zegt de ondersteunende afdeling).
Leest dit als een knullig fantasieverhaaltje? Vervang de Bicpen door een Windows-computer en de vulpen door bijvoorbeeld een Apple-computer en het voorbeeld beschrijft het huidige ICT-beleid van de faculteit.
Wat is hier nu zo irritant aan? Dit soort beleid stamt uit een tijd dat een computer iets onbeheersbaars was, iets waar alleen bèta’s in stofjassen aan mochten komen. We zijn inmiddels zo’n dertig jaar verder en de computer heeft een belangrijke en soms haast persoonlijke plaats in onze dagelijkse denk- en werkruimte ingenomen. Een privédomein waaraan je specifieke en persoonlijke eisen stelt. Een werkgever die de inrichting en de mogelijke bewegingen in deze denk- en werkruimte bepaalt is niet meer van deze tijd.
Een voorbeeld. In mijn muziekonderzoek speelt de computer een grote rol. Naast een belangrijke rol in theorievorming wordt de computer regelmatig ingezet voor online internetexperimenten.* Het formaat dat voor de geluidsvoorbeelden gebruikt wordt is MPEG4 (een internationale standaard die hoge geluidskwaliteit garandeert via zowel modem als DSL). Deze standaard wordt echter om strategische redenen (Microsoft wil zijn eigen standaards promoten) niet ondersteund op Windows-computers. De experimenten kunnen dus niet door de studenten en medewerkers op UvA-computers uitgevoerd worden. Met als concreet gevolg dat weinig studenten en medewerkers musicologie meedoen aan het onderzoek.
Dit soort restricties als gevolg van beleidskeuzes heeft zo z’n gevolgen. De trend die je ziet ontstaan is dat studenten en medewerkers UvA-DSL nemen en thuis in alle vrijheid hun laptop inrichten zoals zij dat willen. En aangezien een laptop niet aangesloten mag worden op het interne UvA-netwerk wordt zo het thuiswerken extra gestimuleerd (en onderhoud en beheer een privézaak).
Het beleid heeft echter ook grotere gevolgen dan irritaties bij studenten en medewerkers. Wederom een voorbeeld. Bij de onderhandelingen over een recentelijk toegekend onderzoeksproject van de EU met een grote technologische component, is om o.a. infrastructurele redenen besloten het project niet bij de FGw maar bij de FNWI te plaatsen. Dat is erg jammer en het kan het onderzoek en onderwijs bij de FGw alleen maar verarmen.
Mijn (ongevraagd) advies is dan ook: leg overal in de faculteit WiFi aan, geef iedere studenten een high-tech laptop (met flinke korting), en laat iedereen vrijelijk experimenteren en downloaden. Mijn voorspelling: binnen twee jaar zijn er geen vaste computers én geen ondersteuning meer nodig, net zo min als er ooit een afdeling vulpennen-beheer nodig was.
Henkjan Honing (Amsterdam, April 2005)